“We voelen ons in Nederland behoorlijk veilig. Brandhaarden lijken ver bij ons vandaan. Maar dat zijn ze niet.” Die waarschuwing komt van generaal Onno Eichelsheim. Vanmiddag nam hij als Commandant der Strijdkrachten de leiding over de krijgsmacht op zich. Eichelsheim nam het bevel over van luitenant-admiraal Rob Bauer, in de Ridderzaal in Den Haag.

“Oekraïne, de Krim, Syrië: de gevolgen van de conflicten daar, merken we ook hier. In onze economie bijvoorbeeld, maar ook in de opvang van vluchtelingen”, zei Eichelsheim, die tijdens zijn loopbaan vaak dicht bij het vuur zat. Hij weet dat tussen oorlog en vrede veel grijs gebied is, waarin een reëel gevaar schuilt. “Terrorisme, cyberspionage en sabotage zijn dichtbij. De naïviteit en overtuiging dat het ons niet raakt, moeten we echt ver achter ons laten”.

Geen veiligheid voor alle Nederlanders

Wat Eichelsheim betreft, heeft de krijgsmacht dringend 4 miljard nodig om onder meer afspraken met bondgenoten na te komen. Doen we dat niet, dan ondermijnen we de geloofwaardigheid van het collectief en schaden we tegelijkertijd ons eigen belang, legt Eichelsheim uit. “Het Nederlandse ‘nee’ betekent dat we ons grondgebied en dat van onze bondgenoten niet kunnen beschermen. Dat we niet de missies kunnen uitvoeren die noodzakelijk zijn. Het betekent dat je niet alle Nederlanders de veiligheid kunt bieden die de Grondwet voorschrijft. Het betekent dat je de oorlog uiteindelijk verliest, omdat je de dreiging negeert en nee zegt tegen vrijheid.”

 

 

Lange lijn belangrijk

Eichelsheim is als hoogste militair onder meer verantwoordelijk voor de planning en uitvoering van militaire operaties. Ook is hij de belangrijkste militair adviseur van de minister. In dit geval minister Ank Bijleveld-Schouten. Zij richtte eerst het woord tot de vertrekkend Commandant der Strijdkrachten: “Rob, we hebben de afgelopen jaren gewerkt aan een visie waarin we wilden overbrengen hoe belangrijk een lange lijn is. Hoe belangrijk het is, om onze veiligheid op waarde te schatten.”
Maar de allereerste uitdaging toen hij aantrad in 2017 ging over vertrouwen, vertelde Bijleveld. In Mali waren 2 militairen omgekomen bij een mortierongeval. Bijleveld en Bauer moesten beoordelen of de VN-missie door kon gaan. “Of we vertrouwen hadden in de mission safety. Zoals jij het mooi zei: er mag geen twijfel bestaan over de mission safety. Onze mensen moeten met vertrouwen hun belangrijke werk kunnen doen.”

Expect the unexpected.

Bauer trad dus aan op een moeilijk moment. “Maar je stond er vanaf dag 1. Met oprechte geïnteresseerdheid, je soldatenhumor en een luisterend oor. Je weet mensen te raken.” Bijleveld was dan ook verheugd om hem vanwege zijn buitengewone inzet te mogen benoemen tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, met de zwaarden.

Bauer: “Mijn aantreden verliep inderdaad anders dan gepland en dat zou een leidend thema worden: expect the unexpected. Inmiddels we zijn met elkaar de goede weg ingeslagen. Maar, zeg ik er gelijk bij, het vertrouwen is broos. De stappen die de komende jaren worden gezet, zijn cruciaal.”

 

Roerige tijden

Want ook voor Eichelsheim geldt dat hij het roer overneemt in roerige tijden. Recent nog trad de militaire top bij hoge uitzondering naar buiten met hun zorgen. Ze vertelden hoe Nederland op het internationale toneel als klaploper wordt gezien. Een rijk land dat structureel niet de ‘fair share’ betaalt.

Eichelsheim wees zijn toehoorders ook nu in alle eerlijkheid op de bedreigde continuïteit van de krijgsmacht. Een krijgsmacht die alleen met miljarden extra geld valt te repareren. “Het is nu aan ons om de Defensievisie in de praktijk te brengen.”

Met extra geld is te werken aan een gedigitaliseerde en hoogtechnologische krijgsmacht. Een krijgsmacht die veel sneller met grote hoeveelheden data kan omgaan. Het betekent ook werken aan een gevulde krijgsmacht, met een modern personeelssysteem voor beroepsmilitairen, burgers en reservisten van betrokken werkgevers. Eichelsheim: “Dat is waar ik de komende jaren aan bouw en voor sta: Een krijgsmacht waar Nederland altijd op kan rekenen. Waar onze bondgenoten altijd op kunnen rekenen.”

 

Bron: defensie.nl