De Mariniersbrigade werd ruim 75 jaar geleden opgericht. Tot oprichting van de brigade (actief van 1943-1949) werd tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten door de Nederlandse regering in ballingschap. De nieuw te vormen eenheid zou een bijdrage moeten leveren aan de geallieerde oorlogsinspanning tegen Japan en de bevrijding van Nederlands-Indië. De Mariniersbrigade werd een zelfstandig opererende eenheid ter sterkte van circa 5000 man. Ze was in staat tot het uitvoeren van amfibische landingen en uitgerust met landingsvaartuigen, artillerie en tanks.
In 1943 werd een zogenaamde ‘kernkadergroep’ gevormd, die bestond uit 175 militairen van het Korps Mariniers vooral afkomstig uit Curaçao en andere beroepsmilitairen die uit handen van de vijand waren gebleven. Ruim honderd leden van de kernkadergroep deden oorlogservaring op tijdens een detachering bij de Prinses Irene Brigade die vanaf juni 1944 werd ingezet op het vasteland van Europa, waaronder het Zuiden van Nederland. Organisatie en bewapening waren op Amerikaanse leest geschoeid. De meeste mariniers kregen hun opleiding in de Verenigde Staten, met name in Camp Lejeune (North Carolina). Van daaruit werden veel mariniers doorgezonden naar Camp Davisom opgeleid te worden voor diverse specialismen binnen de brigade. In dat kamp werden de mariniers ook bij hun uiteindelijke bataljon en compagnie ingedeeld.
Officiële oprichting
Op 13 September 1945 werd in Camp Lejeune de Nederlandse Mariniersbrigade officieel opgericht. De eerste brigadecommandant werd de toenmalige kolonel der mariniers, M. R. de Bruyne. Enige weken later scheepte de brigade zich in, met bestemming Indonesië. Om verschillende redenen werd de Mariniersbrigade op 7 Juni 1949 alweer opgeheven. De mariniers bleven echter actief binnen de Nederlandse krijgsmacht en het Korps Mariniers.
Duizenden oorlogsvrijwilligers en een handjevol beroepsmariniers werden in het begin van 1945 naar Amerika gebracht, om daar een eerste opleiding op militair gebied te ontvangen van hun geallieerde collega’s, het United States Marine Corps. Zij waren bestemd om eens een brigade te vormen met Amerikaanse bewapening, uitrusting en organisatie en dan wellicht nog tijdig te worden ingezet tegen de Japanse overweldiger, om zo een aandeel te hebben in de bevrijding van een groot gedeelte van het Koninkrijk. Maar in mei 1945 capituleerde Duitsland en in augustus van dat jaar Japan. De regering in Washington wilde dat de Nederlanders Amerika verlieten.
Met spoed werd de laatste hand aan de opleidingen gelegd, bij dag en nacht werden de eenheden in verband en de individuele man geoefend; het grootste deel van het materiaal zou rechtstreeks aan boord van de schepen worden afgeleverd, want het werd steeds duidelijker, dat de brigade bestemd was om naar Java te gaan, met voorlopig nog verzegelde orders. Het wachten was nog slechts op de transportschepen.
Inschepen
De brigade zou ten slotte in twee echelons, ieder op een troepentransportschip, benevens 5 vrachtschepen voor al het materieel, worden overgebracht. En zo vertrokken de mariniers uit Amerika. De ‘Noordam’ met het 1e echelon op 17 November 1945; de ‘Bloemfontein’ met het 2e op 11 December 1945, uit Norfolk. Maar de weg van de brigade in de Oost zou een lange en moeilijke worden, al kon destijds niemand nog voorzien hoe lang, hoe moeilijk, maar ook hoe eervol en succesvol deze zou zijn.
Het Engelse opperbevel in Z.O.-Azië (SEAC) nam de leiding van de brigade over, toen deze de keerkringen passeerde. Omdat de Britten in Nederlands-Indië de scepter zwaaiden en daar gebruikmaakten van Japanse militairen, werd de Mariniersbrigade niet direct aan het werk gezet. Pas op 10 maart 1946 kwam de brigade bij Soerabaja aan op de oude marinebasis van de KM. In de jaren daarna zouden ze van daaruit over geheel Oost Java uitzwermen. Daar kwam de Brigade tot zijn grootste ontplooiing. Door aanvoer van nieuwe vrijwilligers uit Nederland met wat kader konden de brigade op sterkte worden gebracht.
Eerste Politionele Actie
Medio 1947 begon de Eerste Politionele actie. De mariniers kregen opdracht de nationalistische strijdkrachten uit Oost-Java te verdrijven en dit gebied te bezetten. De aanval werd op verschillende plaatsen ingezet. De mariniers voerden op twee plaatsen een amfibische landing uit op de Javaanse oostkust. Tegelijkertijd doorbraken eenheden van mariniers en landmacht de omsingeling van de enclave Soerabaja. Na zware gevechten werden de gestelde doelen bereikt. Na de politionele actie werd tussen de strijdende partijen een overeenkomst gesloten. De Indonesische strijdkrachten trokken weg uit het bezette gebied. Maar na verloop van tijd keerden zij in het geheim weer terug en dat leidde tot toenemende guerrilla-activiteit. De sterkte van de Nederlandse troepen bleek onvoldoende om het veroverde gebied onder controle te houden.
Ondertussen was de personele samenstelling van de Mariniersbrigade ingrijpend gewijzigd. In de loop van 1948 werden de meeste oorlogsvrijwilligers gedemobiliseerd en gedeeltelijk vervangen door onervaren dienstplichtige mariniers uit Nederland. De sterkte van de Mariniersbrigade liep toen terug tot ruim 4.000 man.
Tweede Politionele Actie
De verslechterende militaire situatie deed de Nederlandse autoriteiten eind 1948 besluiten tot de Tweede politionele actie die tot doel had om door een aanval op Midden-Java en andere Republikeinse gebieden, de Republiek Indonesia definitief van de kaart te vegen. De mariniers leverden hun bijdrage aan de verovering van Midden-Java door een actie die wederom werd ingeleid door een amfibische landing in Republikeins gebied. De Tweede politionele actie was militair een gedeeltelijk succes. Heel Java werd bezet en op Sumatra werd terreinwinst geboekt. Maar de Nederlandse troepen slaagden er niet in om de strijdkrachten van de Republiek een beslissende nederlaag toe te brengen. Nu een nog groter gebied gecontroleerd moest worden, namen de problemen met de guerrilla-activiteit van de nationalisten in omvang toe. Bovendien had de actie tot gevolg dat de buitenlandse druk op Nederland om in te binden alleen maar sterker werd. Het zou het begin van het einde voor Nederlands-Indië betekenen. De Mariniersbrigade sneefde echter nog eerder. De brigade werd in 1949 ontbonden.